Spel: Vastert van Aardenne, Celia van den Boogert, Marieke de Kruijf en Stijn Westenend
Regie: Victor van Swaay
Decor: Marjolein Ettema
Kostuums: Ischa Stuart
Lichtontwerp: Thijs Wijnands
Fotografie: Onno F. Roozen
De Klucht van de Koe (1612)
Na vierhonderd jaar keerde Bredero’s meesterwerk terug naar de plek waar het zijn première beleefde.
In 1612 werd Bredero’s bekende De Klucht van de Koe voor het eerst gespeeld op de Amsterdamse rederijkerskamer d’Eglantier, in een zaal op de bovenverdieping van de Vleeshal aan de Nes. Vier eeuwen later speelde Theatergroep De Kale deze heerlijke klucht opnieuw in de Nes, in Theater de Brakke Grond. Theatergroep De Kale voerde eerder met veel succes o.a. de Klucht van de Molenaar en Warenar ten tonele en wist deze zeventiende-eeuwse stukken met een sprankelende enscenering nieuw leven in te blazen.
​
Bredero
Gerbrand Adriaensz. Bredero werd op 16 maart 1585 in Amsterdam geboren en is daar op 23 augustus 1618 gestorven. Hij heeft nooit ergens anders gewoond en kan met recht een ras-Amsterdammer worden genoemd. Al zijn komische toneelwerken spelen zich in Amsterdam af. Door de heerlijke personages die hij met zijn taal weet te creëren, laat hij het Amsterdam van zijn tijd voor ons herleven.
​
De Klucht van de Koe (1612)
In de Klucht van de Koe gaat het vooral om de goedgelovigheid van Boer Dirk. Wanneer een vreemdeling bij hem aanklopt, geeft hij hem zeer gastvrij onderdak. Dat had hij beter niet kunnen doen. Door een ingenieuze list zorgt deze oplichter er namelijk voor dat de boer zonder argwaan zijn eigen koe gaat verkopen en de opbrengst aan de dief geeft. Ook leren we twee andere figuren kennen met hun eigen tekortkoming. De inhalige waardin Giertje neemt het niet zo nauw met de eerlijkheid door haar gasten teveel te laten betalen, terwijl een vrijbuiter louter zijn eigen lustgevoelens najaagt. Beiden kunnen geen maat houden en blijken naïef. Het loopt voor hen dan ook niet goed af…